4 Kwestie van wantrouwen Er zijn enkele zaken ‘des OU’s’ die door de kwartiermakers als bottleneck worden gezien in de komende reorganisatie en deze maken deel uit van onze bedrijfscultuur. De kwartiermakers noemen allereerst vertrouwen, vooral het gebrek ervan, als problematisch. ’Ik heb me altijd verbaasd over de bureaucratie hier. We zijn klein, maar hebben zoveel regels. Dit heeft te maken met wantrouwen, dus controleren we elkaar. Zo houden we elkaar letterlijk van de straat. Laat iedereen nu doen wat hij moet doen en vertrouw erop dat die persoon dat goed doet. We hebben in alle lagen en binnen alle onderdelen kwaliteitsissues. Dat helpt niet in het vertrouwen, maar we gunnen elkaar zo weinig speelruimte nu, ’ benadrukt Gerard Mertens kritisch. René van Hezewijk omschrijft het treffend: ‘Onze wens is om naar een “high-trust society” te gaan. Dit heeft ook te maken met helderheid en transparantie, de wijze van communiceren. Het CvB communiceert bijvoorbeeld duidelijk welke stappen we nemen en dat we ook geen stappen meer terug gaan. Sander vertelt niet altijd wat we leuk vinden en niet iedereen is het altijd eens. Maar hij vertelt het wel. ’ ‘Onze wens is om naar een “high-trust society” te gaan’ Gedrag en commitment Ons gedrag is een belemmering in het veranderproces. Bereidheid om veranderingen door te voeren is cruciaal. Mertens legt de nadruk op ons gedrag: ‘Een algemeen risico is ons gedrag en dat geldt ook voor de kwartiermakers. Als we niet in staat zijn om ons los te maken van de oude situatie, dan lukt het ons niet. Dat heb ik bij het College ook aangegeven. Als mensen in de huidige zaken blijven hangen, dan hebben we een serieus probleem. Iedereen moet straks het commitment hebben te veranderen. Wij zijn zelf onze grootste bedreiging! Als we daar over heen kunnen komen, heb ik er echt vertrouwen in dat we een goede toekomst tegemoet gaan.’ Weefkenmerk als bottleneck Evert Stamhuis geeft aan dat er weefkenmerken zijn die door de hele organisatie zitten, die niet zo zijn opgelost. Een voorbeeld: ‘Onze oude core-business was vastleggen van kennis in drukwerk en dat drukwerk naar de studenten sturen die in onze administratie stonden. De kenniswerkers waren dus ondergeschikt aan dat proces. Dat is één van onze weefkenmerken. Nu worden onze kernactiviteiten het BaMa-onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. De kern verschuift dus nu naar het WP. Het oude weefkenmerk is er nog niet zo maar uit. Het is spannend of we hierin moedige stappen kunnen zetten, terwijl de winkel nog open is. ’ ‘Wij zijn zelf onze grootste bedreiging!’ Elkaar scherp houden Ronald Edelbroek legt uit dat het noodzakelijk is om out-of-the-box te denken, maar dat het ook heel moeilijk is. ‘Je staat met je voeten hier in de klei in de huidige processen. Daar moet je je van losmaken om je kwartiermakersrol goed te vervullen. Daar heb je intern en extern wel steun voor nodig. De spiegel is echt belangrijk en daarvoor hebben we ook een externe adviseur. Huub Breukers vult aan: ‘Het is ook zaak om elkaar scherp te houden als kwartiermakers. Buiten onze organisatie kijken is ook belangrijk. Hoe zijn andere organisaties georganiseerd? We moeten de vrijheid nemen om met elkaar out-of-thebox te denken. De meeste kwartiermakers werken al een tijd bij de OU en we moeten over die drempel heen.’ Zoveel kansen De toekomstige OU heeft zoveel kansen, per organisatieonderdeel en OU-breed. Daar is iedere kwartiermaker het wel over eens. Een optimistische Gerard Mertens: ‘Deeltijdonderwijs wordt zo ver uitgekleed dat wij straks de enige universiteit zijn die hier serieus mee bezig is. Andere universiteiten zien ons – meer dan ooit – als interessante partner. ’ Stamhuis: ‘Dit is een mooie kans om er iets van te maken. Om in de gemeenschap van het hoger onderwijs een gewaardeerde plek te hebben. En we hebben goede ideeën over digitalisering van onderwijs en we zijn daarin veel collega’s in het land voor. Zolang zij nog studenten in de collegebanken krijgen, zullen zij daar niet in investeren. Wij kunnen daarin een voorsprong nemen.’ Voor de toekomst wenst Ronald Edelbroek dat de OU over 3 tot 5 jaar gezien wordt als een van de universiteiten. ‘Dat politieke discussies niet meer alleen over de OU gaan, maar over het hoger onderwijs. Dat we daarin rust krijgen.’ ‘We hebben goede ideeën over digitalisering van onderwijs’ Naast OU-brede kansen is ook per organisatieonderdeel een meervoud van kansen te benoemen. De kwartiermakers geven aan dat het samenvoegen van de organisatieonderdelen nog een flinke kluif is, vanwege verschillen in bijvoorbeeld onderzoeksaanpak en cultuur in de verschillende onderdelen. Daarnaast verkeren niet alle organisatieonderdelen in een financieel gezonde situatie. De kwartiermakers geven voor hun organisatieonderdelen aan welke veelbelovende mogelijkheden er tegenover staan. Pagina 3

Pagina 5

Heeft u een club blad, virtual paper of digi handleidingen? Gebruik Online Touch: boek van pdf naar digitaal converteren.

Werkwijzer december 2012 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication